Cursusaanbod

Centraal staat de ontwikkeling van het plastisch tekenen en schilderen, naar de waarneming, door de beheersing van de weergave van vorm, massa, ruimte en licht.
Door te werken met ruimtelijke constructies, stilleven, model en landschap maak je kennis met de klassieke schilderonderwerpen en leer je de basisvaardigheden om deze weer te geven.

De Stadsacademie Den Haag cursusaanbod 2020-2021

Eerste jaar

Het eerste jaar staat in het teken van het verkennen van de formele beeldaspecten om zo correct mogelijk naar de waarneming te kunnen werken. 

De cursus start met de module groot ruimtelijk, waarbij wordt getekend naar grote vormen die in de ruimte opgesteld zijn. Er wordt met houtskool en Siberisch krijt geoefend met perspectief, lijnvoering, toonwaarden, arcering en compositie. 

De module model begint met dezelfde materialen, om met vorm en toon een (naakt)model weer te geven. Veel aandacht voor verhoudingen, plaatsing op het vlak, tooncontrast en weergeven van plasticiteit. Later ook aandacht voor warm- koud contrasten als er met kleur geschilderd gaat worden. 

De module Kleurenleer en schildertechnieken begint bij de basis van de kleurenleer, aan de hand van de kleurencirkel wordt uiteengezet hoe het mengen van kleuren werkt. Hoe wordt een maximale kleurverzadiging bereikt, en hoe kan je complementaire kleuren inzetten om minder verzadiging te bereiken, bijvoorbeeld voor schaduwen.

Bij klein ruimtelijk leren we kleine objecten schilderen in olieverf. Je leert algemene schildertechnieken die meer inzicht geven hoe je een schilderij kunt opbouwen. Elke les staat tenminste één formeel beeldaspect centraal, zoals b.v.: b.v.: kader, ordening (compositie), ruimte, licht en kleur. Na een introductie (powerpoint-presentatie), volgt een praktische uitleg hoe je met formele aspecten jouw 'stilleven' kunt vormgeven. 

In de module portret starten we met 'koptekenen': we bestuderen na een introductie de architectonische vormen van het gezicht en de schedel. Met klassieke gipsen modellen als voorbeeld maken we verschillende studies. Later zal een levend model aanwezig zijn. Vlakverdeling, licht/donker, vorm en volume zijn beeldaspecten waar veel aandacht voor zal zijn. De materialen waarmee wordt getekend zijn houtskool en potlood. 

Het eerste jaar wordt afgerond met de module landschap, waarbij zowel het ‘pure’ landschap als de stedelijke omgeving het onderwerp is. Er zal bij voorkeur buiten geschilderd worden, waarbij kadering, formaat en de correcte weergave van licht/donker en ruimte belangrijk zijn. Naast de formele beeldaspecten is er ook aandacht voor de weergave van lucht, water en ‘stoffage’ van het landschap. De materialen die gebruikt worden zijn o.a. acrylverf, houtskool en watervaste stift.

Halverwege en aan het eind van het eerste jaar zijn er werkbesprekingen. Bij deze werkbesprekingen zullen ook de thuisopdrachten meegenomen worden.

Tweede jaar

In het tweede  jaar starten we met het vervolg op de module groot ruimtelijk. Het leslokaal en het schoolgebouw vormen de inspiratie voor grote studies waarin de ruimte en daarin aanwezige objecten het onderwerp zijn. 

Er wordt getekend vanuit verschillende standpunten met veel aandacht voor perspectief, lijnvoering en het weergeven van licht en donker. 

Bij de module model zal de anatomie verder uitgewerkt worden. Door de weergave- met olie- en acrylverf- van beweging, verkortingen, structuur en perspectief wordt het model steeds meer een echt ‘mens’. 

Bij portret beoefenen we het perspectief in het gelaat door een gekanteld hoofd vanuit verschillende standpunten weer te geven. Extra aandacht gaat uit naar de spieren die aan de oppervlakte liggen, en oriëntatie punten welke zichtbaar zijn onder de huid, denk aan jukbeenderen. De schaduwwerking die nodig is om deze subtiele hoogteverschillen te laten zien zal vanzelfsprekend veel aandacht krijgen. Bij deze modules zullen waar nodig modellen aanwezig zijn. 

Kleurenleer en schildertechnieken gaat verder met verf als expressiemiddel. Nu men de basis beheerst, wordt het belangrijk wat de werking is van wat je schildert. Wat voor gevoel roept het op? Hoe versterk je dat? Hierin kan ook compositie een bijdrage leveren.

In de module klein ruimtelijk proberen we beeldaspecten als volume, licht/donker, kleur, structuur en de 7 kleurcontrasten eigen te maken en gaan we dieper in op de compositie van een tekening of schilderij. We verkennen perspectief in de compositie door het schilderen van hoge en lage stillevens. 

De module landschap zal weer de lessencyclus afsluiten met een aantal zaterdagen waarin naar de waarneming plein-air wordt geschilderd, op verschillende locaties als Scheveningen, Clingendael en de omgeving van de Uithof. 

Halverwege en aan het eind van het tweede jaar zijn er werkbesprekingen. Bij deze werkbesprekingen zullen ook de thuisopdrachten meegenomen worden.

Derde jaar

Het 3e jaar staat in het teken van herhaling van het 2e jaar en verdieping om tot een eigen stijl te komen en deze verder te ontwikkelen. 

Dit jaar komt groot ruimtelijk op meerdere manieren aan de orde, zowel als binnenruimte aan het begin van het jaar, als aan het einde van de cursus, waarin een achttal lessen landschap zal worden gegeven. Bij de module model zal het model meer dan voorgaande jaren in een ruimtelijke omgeving geplaatst worden, en door persoonlijk kleurgebruik, compositiekeuze en inkadering wordt de modelstudie ook een middel om tot een eigen stijl te komen. 

Bij klein ruimtelijk  worden o.m. de stofuitdrukking en plooien uitgebreid behandeld. Metaal, hout, steen, vacht en alle denkbare andere materialen kunnen worden getekend en geschilderd. Compositie, structuur, handschrift, een ruimer kleurenpalet en persoonlijke opvattingen worden besproken en in de praktijk gebracht. 

Het invulling geven aan verschillende inspiratiebronnen zoals daar zijn de zichtbare werkelijkheid, foto’s, je interpretatie en toe-eigening van die bronnen, schilderen vanuit fantasie, vanuit literatuur/ poëzie, vanuit ‘concept’; Daarover gaat de laatste module van kleurenleer en schildertechnieken.

De module portret begint met het tekenen van emoties in het gezicht, en eindigt met het schilderen van een compleet portret, waarin zoveel mogelijk de individuele trekken van het model met een eigen schilderstijl en kleurkeuze worden gecombineerd. 

Het derde jaar wordt afgerond met de module landschap, waarbij zowel de waarneming als de uitwerking daarvan worden behandeld. Ligt de focus op realisme of op abstractie? Welke keuzes maak je ten aanzien van je onderwerp? Is de kleur die je ziet leidend, of kan je recht doen aan het landschap door een eigenzinnige, expressieve  kleurenstrategie toe te passen? De materialen die gebruikt worden zijn o.a. acrylverf, houtskool en watervaste stift. 

Halverwege en aan het eind van het eerste jaar zijn er werkbesprekingen. Bij deze werkbesprekingen zullen ook de thuisopdrachten meegenomen worden. Bij de laatste werkbespreking wordt ook geadviseerd met het oog op de presentatie.

Het derde jaar wordt afgesloten met een presentatie van het gemaakte werk, waarna de deelnemers een certificaat zullen ontvangen.